De perfecte ketting
Share
Het is ergens halverwege de jaren 90 in de vorige eeuw. Als ik dit zo opschrijf, lijkt het wel of ik het over de middeleeuwen heb, maar ik was rond de 24 jaar oud, dus dat valt reuze mee…
Ik woonde in Zoetermeer, waar ik mijn stage bij de politie had gelopen en waar ik was blijven plakken qua woonruimte. Ik woonde in het nieuwe gedeelte van de Schinkelweg. Richting het centrum ging dit over in het oude gedeelte, de Dorpsstraat, een prachtig oud stukje Zoetermeer met leuke winkeltjes.
Na mijn stage ging ik werken in Den Haag. Als ik na een vroege dienst met de trein naar Zoetermeer reed, stapte ik vlakbij de Dorpsstraat uit. Ik genoot van de route terug naar mijn appartementje. De naam Dorpsstraat deed zijn eer aan: het voelde alsof ik door een klein, gezellig dorpje liep, waar het ene huisje nog idyllischer was dan het andere huisje. Zoetermeer trok mij verder niet als stad, maar ik had het geluk dat ik vlakbij een prachtig authentiek deel mocht wonen.
Op die weg kwam ik ook langs het winkelpand van de Wereldwinkel. Als je de Wereldwinkel kent, dan weet je dat er vaak prachtige en kleurrijke cadeaus verkocht worden, gemaakt in derdewereldlanden.
Toen ik daar weer eens langs liep, viel mijn oog op een ketting die in de etalage lag. Een kralenketting met paarse, lila en blauwe kralen. In het midden was er met mooie krullen ijzerdraad door en om de kralen heen geregen. Ik bleef gebiologeerd staan en nam al die prachtige kleuren in mij op. Ik vond het een adembenemende en sierlijke ketting. Ik weet niet meer precies wat de ketting kostte, maar in mijn beleving was het toen rond de 19 of 29 gulden. In ieder geval… ik had het niet en kon het ook niet missen. Maar man, man, man… wat was het een beauty… Ik baalde op dat moment stevig dat ik zo krap bij kas zat. In die tijd was ik niet echt bezig met vooruit plannen of geld opzij zetten voor dit soort uitgaven. Met pijn in mijn hart liep ik verder, af en toe nog vertwijfeld achterom kijkend, als ware ik mijn lief aan het uitzwaaien die voor lange tijd zou vertrekken naar het buitenland.
Ik ben daar nog een aantal dagen voorbij gelopen, bijna jubelend dat het nog niet verkocht was en jammerend dat ik nog steeds geen geld ervoor had. Wat moest ik doen? Want 1 ding was zeker: ik moest en zou die ketting bemachtigen! De schoonheid leek met de dagen alleen maar groter te worden. Deze ketting had alles in zich wat ik zo mooi vond: het was alsof mijn dromen waren samengesmolten in deze ketting. Het riep een gevoel bij mij op, dat ik bijna niet onder woorden kon brengen. Het raakte de emotie aan dat ik als klein meisje voelde als ik mijn bewaarkist met mijn schatten opende (zoals ik beschreef in Koesteren wat dierbaar is).
Er zullen ongetwijfeld kettingen zijn die veel mooier waren, veel duurder, veel meer fonkelend, maar daar, in die vitrine van de Wereldwinkel, daar lag mijn eigen schat. Subtiel met zachte tinten en het mooiste blauw dat ik kende, sierlijk doch speels.
Nog een aantal dagen later: met bijna trillende vingers sluit ik de koop, wetende dat ik een aantal dagen minder beleg op de boterham heb en genoegen moet nemen met macaroni met kaas, maar als ik thuis het beige papieren zakje open, is dit alles het meer dan waard! Voorzichtig draai ik de ketting om mijn vingers, terwijl ik het uit het zakje haal. De kralen zijn nog mooier dan vanachter het winkelglas. Behoedzaam maak ik het sluitinkje vast, terwijl de ketting zich liefdevol om mijn hals laat glijden. Ik heb me nog nooit zo rijk gevoeld!